Logo van Davids Voerbak

Voedingsadvies voor katten die wat te zeggen hebben!

Vleesbot

De kleine prooidiertjes die katten eten, eten ze in zijn geheel op. Dus ook de botten. Botten zijn de bron van belangrijke mineralen zoals calcium en magnesium. Het is essentieel om bot, of een vervanging hiervoor, aan de vers vlees maaltijden van je kat toe te voegen. Er zijn alleen wel een aantal punten waar je op moet letten.

Vleesbot of een supplement?

Allereerst is het goed om na te denken over of je voor vleesbot kiest of dat je liever voor een supplement gaat. Je kunt hierin uiteraard ook variëren. Bij katten met blaasgruis bijvoorbeeld, is het verstandig om grip te hebben op de hoeveelheid mineralen die in de voeding zitten. Met een supplement is dit over het algemeen beter te controleren dan wanneer je voor vleesbot kiest. Wist je dat er ook gemalen vleesbotten zijn? In dit artikel lees je daar meer over.

Wanneer je een supplement kiest, dan komt de hoeveelheid vleesbot die je in de voeding zou hebben, te vervallen. Geschikte supplementen zijn beendermeelpoeder en eierschalenpoeder. Wanneer je wel vleesbot gebruikt, of het nu hele vleesbotten zijn of gemalen, dan is dit waar je op moet letten bij de hoeveelheid vleesbot die je geeft:

Hoeveel vleesbot moet ik mijn kat geven?

Er zijn verschillende modellen voor het opbouwen van een vers vleesmaaltijd voor je kat. Sommige modellen gaan uit van het vleesbot als geheel, andere modellen gaan uit van enkel het bot. (Let op: dit gaat over het berekenen van de hoeveelheden, je geeft namelijk nooit kaal bot, maar altijd vleesbotten waarvan minimaal ongeveer de helft uit vlees bestaat.)

Kat een kippenteen.

Het model dat ik zelf graag gebruik gaat uit van enkel het bot. Dit model geeft een percentage aan tussen de 5 en 7%. Dus: 5 tot 7% van de maaltijd bestaat uit bot. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan dit model omdat het per vleesbot soms erg kan verschillen hoe de bot/vlees verhouding is. Dit maakt modellen die uitgaan van het gehele vleesbot iets minder nauwkeurig, of zijn beperkend omdat ze uitgaan van vleesbotten die 50/50 uit bot/vlees bestaan. Laten we een voorbeeldje nemen van hoe je dat dan berekent:

Stel je neemt kippennek, die gemiddeld voor zo’n 60% uit vlees en 40% uit bot bestaat. En je kiest voor 5% aan bot in de voeding, voor een kat die 150 g aan vlees op een dag nodig heeft. Dan heb je:

(150/100)*5= 7,5 g bot

Dit was enkel het bot, dus nu moeten we uitrekenen hoeveel kippennek dat dan precies is. Die 7,5 g is dus de 40% bot van de kippennek. Om te berekenen hoeveel kippennek we dan nodig hebben, doen we het volgende:

(7,5/40)*100= 18,75 g

Dat is natuurlijk niet een heel handig getal. Je kunt dit bijvoorbeeld afronden naar 19 of 20 g. Ook kun je eerst uitrekenen hoeveel je bijvoorbeeld per week of per twee weken nodig hebt, afhankelijk van voor welke periode je de maaltijden klaarmaakt. Voorbeeld:

Je maakt voor 2 weken de maaltijden: 18,75×14=262,5 g kippennekken voor twee weken. Dit kun je afronden naar 265. De 265 g kippennekken die je afgewogen hebt kun je vervolgens ongeveer gelijk verdelen over de dagporties. Zeker met vleesbot is het aan te raden dit ongeveer gelijk te verdelen, maar dat hoeft zeker niet tot op twee cijfers na de komma!

Andere modellen gaan uit van het gehele vleesbot. Het uitrekenen van wat je dan nodig hebt is dan wel een stukje makkelijker. Er zijn modellen die 30 tot 35% aan vleesbot aanraden. Stel we hebben weer een kat die 150 g vlees per dag nodig heeft en waar we dan voor de 30% kiezen:

(150/100)*30= 45 g kippennek

Valt het je op hoe enorm dat verschil is?

45 g of nog geen 20 g, dat is nogal een verschil! Het is daarom belangrijk om na te gaan hoe je precies uitkomt met de vitamines en mineralen in de voeding. Op basis daarvan kun je bijstellen. Om je een stukje op weg te helpen, zelf merk ik het volgende:

  • Wanneer je relatief weinig vleesbot kiest, komt de verhouding tussen calcium en fosfor vaak niet helemaal lekker uit. Naast de hoeveelheden, is het ook belangrijk dat deze mineralen in een juiste verhouding in de voeding aanwezig zijn. Dit kan opgelost worden door meer vleesbot, maar ook kan er eierschalenpoeder worden ingezet of bij de andere onderdelen kiezen voor vleessoorten met lagere hoeveelheden fosfor.
  • Wanneer je relatief veel vleesbot gebruikt, dan zijn mineralen als calcium, fosfor en magnesium in hoge hoeveelheden aanwezig. Dit is voor katten waarbij deze mineralen beperkt moeten worden dus niet passend. Daarnaast zijn katten over het algemeen ook gevoelig voor verstopping/ harde ontlasting, op die manier kan het gebruik van veel vleesbot voor sommige katten ook een probleem vormen.

Uiteindelijk is het van belang dat je checkt hoe je qua voedingsstoffen uitkomt. Dit geldt overigens ook wanneer je voor een supplement kiest!

Vleesbot, gevaarlijk of juist essentieel?

Vleesbot is gevaarlijk!

Dit is iets wat ik (helaas) nog vaak hoor. Het wordt vaak ‘zomaar’ geroepen, zonder dat men echt precies weet hoe het nou zit. Het is ook erg onterecht om vleesbotten gewoon zo als gevaarlijk te bestempelen. Katten eten van nature immers prooidieren die ook wel degelijk botten hebben! Er zijn echter wel een aantal punten waar je rekening mee moet houden.

In deze gevallen zijn vleesbotten wel gevaarlijk:

  • Gekookte/ verhitte hele vleesbotten, geef deze NOOIT in verband met splintergevaar.
  • Te grote of te harde botten kunnen het gebit beschadigen.
  • Te veel vleesbot kan bij katten al snel voor hele harde ontlasting zorgen of zelfs verstopping.
  • Als je er niet bij bent wanneer ze eten. Er kan altijd iets gebeuren, het is belangrijk dat je erbij bent zodat je kunt ingrijpen.

Toch kunnen vleesbotten echt wel veilig gegeven worden. Het is daarvoor in de eerste plaats belangrijk om voor gepaste vleesbotten te kiezen. De prooidiertjes die katten eten zijn behoorlijk klein en de vleesbotten die we kunnen kopen zijn vaak van dieren die best behoorlijk wat groter zijn. Je moet dus goed nadenken over hoe groot en hoe hard het vleesbot is dat je geeft, maar er zijn zeker mogelijkheden!

Vleesbotten die je kunt geven:

  • Kippennek
  • Kippenrug
  • Kwartelkarkas
  • Konijnenkarkas
  • Eendennek (voor de meer gevorderde kat)

Vleesbot is essentieel!

Vleesbotten kunnen veel verrijking bieden aan je kat en daarnaast zijn vleesbotten ook heel goed om het gebit schoon te houden. Zijn vleesbotten waardevol? Ja! Zijn ze essentieel? Nee, gelukkig niet!

Waarom zeg ik “gelukkig niet”? Omdat het geven van hele vleesbotten in een heel aantal gevallen geen optie is. Het geven van vleesbotten is iets waar je als eigenaar helemaal achter moet staan en je prettig bij moet voelen. Het kan, naar mijn idee, niet de bedoeling zijn dat je als eigenaar met een knoop in je maag en geknepen billen toe staat te kijken hoe je kat een stuk vleesbot verorberd. Natuurlijk zal het de eerste keren wel spannend zijn, maar als het je te veel stress geeft: niet doen, er zijn echt alternatieven. Daarnaast, misschien belangrijker nog, zijn er katten voor wie het simpelweg niet mogelijk is. Denk daarbij aan katten die al een slecht gebit hebben, misschien zelfs al een paar tanden en kiezen missen. Ook voor oudere katten kan het soms gewoon te veel zijn om nog aan te leren hoe ze zo’n vleesbot op moeten eten. Wat fijn dat er voor die gevallen alternatieven zijn!

Vleesbotten zijn in de eerste plaats de bron van bepaalde belangrijke mineralen. Deze mineralen moeten zeker in de voeding terecht komen. Naast het geven van vleesbot, kun je dit doen door gemalen vleesbot of met behulp van supplementen als beendermeel of eierschalenpoeder.

Gemalen vleesbot en supplementen geven niet dezelfde verrijking als vleesbot en hebben ook niet hetzelfde effect op het gebit. Maar:

  • Door grotere stukken vlees te geven moeten ze nog steeds moeite doen.
  • Gebitsproblemen zijn vaak te wijten aan de vele koolhydraten die brokken bevatten. Bij een verse voeding komen gebitsproblemen een heel stuk minder voor, ook al geef je geen hele vleesbotten.
  • Je kunt ook soms een kuiken of een muisje aan je kat aanbieden. Dit geeft zowel de verrijking als het gewenste effect op het gebit.
  • Wanneer een kat een bepaalde aandoening heeft waarbij de hoeveelheid aan calcium, fosfor en/of magnesium in de gaten gehouden moet worden is het juist wenselijk om voor een supplement te kiezen. De hoeveelheid aan deze mineralen is dan namelijk veel nauwkeuriger te bepalen.

In de cursus “Van voerbak naar kattenbak” leer je precies hoe je zelf maaltijden voor je kat samen kunt stellen, inclusief een handige template. Ook leer je meer over andere typen voeding en hoe je dat eventueel met een verse voeding kunt combineren.

Wil je graag persoonlijk geholpen worden? Dat kan ook!