Waarom het jou als kattenouder iets zou moeten interesseren

Wanneer een kat erg mager is zullen de meeste mensen zich automatisch zorgen maken over het katje. Andersom, wanneer een kat wat voller is, worden vaak opmerkingen gemaakt als: “Die komt niks te kort!”. Een gevoel van bezorgdheid is dan ineens een heel stuk minder vanzelfsprekend.

Toch is overgewicht bij katten een reden tot zorg. Overgewicht kan namelijk voor diverse problemen zorgen. Zo hebben katten met overgewicht een grotere kans op blaasgruis en gewrichtsproblemen. Ook kan het zijn dat katten door hun overgewicht vachtproblemen krijgen doordat ze niet goed in staat zijn zichzelf goed schoon te maken. Katten die te zwaar zijn kunnen zich bovendien ook moeilijker bewegen, wat ze een heleboel plezier kan ontnemen.

Hoe kom je erachter of je kat te dik of te dun is?

Alleen het gewicht of hoe een kat er op het eerste zicht uitziet, zegt lang niet alles. Er kan namelijk een behoorlijk groot verschil in zitten. Het maakt nogal wat uit of je een Europese korthaar hebt of een Maine coon. En ook binnen een ras kunnen er grote verschillen zijn. Het gewicht van een kat zegt op zichzelf dus heel weinig. Het gewicht van je kat is alleen nuttig om dat te vergelijken met eerdere wegingen van je kat.

Bij kortharige katten kun je vaak al veel zien door naar ze te kijken. Het kan dan zeker nuttig zijn om soms foto’s te maken, recht van de zijkant en recht van voren. Wel als je kat op vier poten staat. Wanneer je een langharige kat hebt, dan is dat al een heel stuk lastiger. Gelukkig is er een trucje die altijd werkt!

Dat is namelijk het voelen aan de ribben. Als de ribben voelen zoals de knokkels van een gebalde vuist, dan is je kat te dun. Als de ribben van je kat voelen zoals de knokkels van een platte hand, is je kat mooi op gewicht. Als je de ribben niet voelt, of zoals de binnenkant van een platte hand, dan is je kat te zwaar.

Wat kun jij hier als kattenouder er aan doen?

Gek genoeg is doe je in feite voor zowel een te dunne als een te dikke kat hetzelfde.

Allereerst is het belangrijk om een bezoekje aan de dierenarts te brengen en te laten onderzoeken of je kat medisch gezien verder in orde is. Als blijkt dat je kat verder in orde is zijn er een paar stappen die je kunt nemen:

1.Werk met voermomenten

Voor zowel katten die wat aan moeten komen als katten die wat af moeten vallen is het raadzaam om met voermomenten te gaan werken. In de eerste instantie omdat je zicht en controle wilt krijgen op de hoeveelheid calorieën die er bij jouw kat binnenkomen. Het principe is eigenlijk heel eenvoudig: Moet je kat aankomen? Dan geef je iets meer calorieën dan voorheen. Moet je kat afvallen? Dan geef je je kat iets minder calorieën dan voorheen. Met de nadruk op IETS, in beide gevallen! (Zie punt 2.)

Daarnaast kunnen voermomenten een kat die slecht eet ook motiveren om beter te gaan eten. Wanneer katten altijd voer tot hun beschikking hebben, kan het zijn dat ze wat minder eten. Allereerst omdat het er nu eenmaal altijd staat, er is dan geen noodzaak meer om het te eten. Over een half uur is het er immers ook nog. Daarnaast is het ook niet altijd even lekker meer wanneer voeding er al een tijdje staat.

Bij katten die de neiging hebben te veel te eten wanneer zij onbeperkt voeding tot hun beschikking hebben, kan het zijn dat ze juist eten uit verveling. Door met voermomenten te gaan werken, haal je die mogelijkheid weg. Uiteraard is het wel belangrijk om maatregelen te treffen om verveling bij je kat te voorkomen!

2.Pas de hoeveelheid calorieën aan

Een kat die af moet vallen, dient minder calorieën binnen te krijgen dan ervoor. Een kat die moet aankomen, dient meer calorieën binnen te krijgen dan ervoor. Zo “simpel” is het.

Een grote valkuil is daarbij om te snel te willen gaan. Logisch, je wilt je kat zo snel mogelijk weer op en top gezond zien. Maar geloof me, het is beter om heel steady wat langzamer te gaan dan dat je te snel gaat. Dat geldt voor beide, maar in het bijzonder voor te zware katten. Wanneer een kat moet aankomen, zit daar meestal vanuit de kat zelf wel een rem op als je te snel gaat. Geef trouwens nooit je kat onder dwang eten, tenzij dit uitdrukkelijk met een dierenarts besproken is.

Met katten die moeten afvallen, kan het soms lastiger zijn. Miauwen ze omdat ze echt iets tekort komen, of hebben ze gewoon trek en moeten ze er even doorheen?

In de regel neem je per week stapjes van slechts een paar procent. Echt kleine stapjes dus. Dat is belangrijk om enerzijds het ongemak dat jouw kat mogelijk ervaart te verkleinen, maar vooral ook om ervoor te zorgen dat er geen lichamelijke problemen ontstaan als gevolg van het te snel afvallen.

3.Spelen, spelen, spelen

Zoals ik bij punt 1 benoemde, zijn er katten die gaan eten vanuit verveling. Wanneer je punt 1 toepast, neem je die mogelijkheid weg. Maar we houden van onze katten en we willen voorkomen dat ze zich vervelen. Verveling zorgt er immers voor dat ze niet happy zijn en behoorlijk gefrustreerd kunnen raken. Om de verveling tegen te gaan is het belangrijk om ze iets te bieden waarmee ze zich kunnen vermaken. Dit betekent misschien dat je vaker gaat spelen, meer klimmogelijkheden bied, een fijne plek waar ze naar buiten kunnen kijken of interactief speelgoed aanschaft. Bovendien helpt die extra beweging ook nog eens bij het afvallen!

Spelen en bewegen is ook voor katten die aan moeten komen van belang. Beweging stimuleert een natuurlijke eetlust en draagt bij aan spieropbouw.

4.Vochtige voeding met kwalitatieve eiwitten en vetten

Vetten voor katten die moeten afvallen? Jep, dat lees je goed! Katten eten van nature kleine prooidiertjes, zoals muizen. Die bestaan hoofdzakelijk uit vocht, eiwit en vet. Voor katten is de meest natuurlijke energiebron dierlijke vetten. Het gebeurt niet heel vaak dat het probleem puur en alleen de hoeveelheid vet is. Veelal zijn katten met overgewicht katten die hoofdzakelijk koolhydraat-rijke brokken krijgen. Koolhydraten bevatten absoluut calorieën, maar zijn lang niet zo nuttig als vetten of eiwitten. Lege calorieën eigenlijk, super zonde dus!

Bovendien is het voor elke kat van essentieel belang om hoofdzakelijk een vochtige voeding te krijgen. Katten drinken van zichzelf echt te weinig, zelfs als je de meest luxe waterfonteintjes in huis hebt. Voor katten die moeten afvallen geldt dat nog eens extra en zou ik zelfs aanraden om nog eens wat extra vocht door de voeding heen te mengen. Vocht vult, maar bevat geen calorieën. Dus je kat zal eerder een voldaan gevoel krijgen waardoor hij minder moeite zal hebben dat hij nu ietsjes minder krijgt.

Ook voor katten die moeten aankomen is dit belangrijk. Zowel vocht, eiwit als vet. Kwalitatieve eiwitten zullen helpen bij de spieropbouw en de vetten zullen de nodige energie leveren. Bij katten die moeten aankomen kunnen er echter redenen zijn om droogvoeding niet helemaal te bannen. Een hoofdzakelijk vochtige voeding is altijd, voor elke kat belangrijk, maar in enkele gevallen kan droogvoeding een wenselijke ondersteuning zijn. Bijvoorbeeld omdat je anders niet in staat bent je kat voldoende voermomenten te bieden.

Wat dan precies zo’n kwalitatieve voeding is of hoe je dan ter aanvulling een passende droogvoeding kunt zoeken, dat is helaas te veel om precies uit te leggen in deze blog. Bovendien zijn er natuurlijk ook persoonlijke factoren die een rol spelen zoals de wensen en eisen van jouw kat, je budget of waar jij graag de voeding voor jouw kat wilt halen. Als je dit graag wilt leren, kijk dan zeker of mijn online cursus iets voor je is. Klik hier voor meer info.

5.Zorg dat je kat van het eten geniet

We willen het aankomen van onze te lichte katten makkelijker maken en we willen ook dat het afvallen van onze te zware katten niet als een straf voor ze voelt. Enerzijds heeft dat te maken met het eten zelf. Kies een voeding die jouw kat lekker vind en wissel af en toe eens een beetje af. Dat houdt het interessant voor ze en het wennen aan verschillende structuren en smaken kan veel voordeel hebben. Stel dat de fabrikant de samenstelling wijzigt! Je kat is dan gewend aan verschillende smaken en zal sneller geneigd zijn het te accepteren. En als hij het toch echt niks vind, heb je een ieder geval een alternatief te bieden.

Aan de andere kant heeft het ook met de situatie rondom het eten te maken. Zo is het voor katten over het algemeen prettiger om op een rustige plek te kunnen eten, niet te dicht op eventueel andere katten of andere huisdieren. Ook hebben katten over het algemeen de voorkeur voor een bordje of een bakje met een lage rand. Hoge randen kunnen namelijk vervelend voelen aan de snorharen. Sommige katten vinden het prettig om hoog te eten omdat ze zich daar veiliger voelen en meer overzicht hebben.

Tot slot wil ik ook graag kort iets met jullie delen over mijn eigen Jim:

Heb jij een kat die te dun of juist te zwaar is en kun je daar wel wat hulp bij gebruiken? Maak dan gerust gebruik van mijn gratis spreekuur om te kijken wat ik voor jou en je kat kan doen.