Logo van Davids Voerbak

Voedingsadvies voor katten die wat te zeggen hebben!

Vis in de verse maaltijd van je kat? (vitamine D)

Published by

on

Katten zijn van oorsprong woestijndieren. Dus waarom zouden katten vis eten? Dat is wat ik mezelf ook afvroeg.

In verse maaltijden wordt er vaak vis toegevoegd om ervoor te zorgen dat er voldoende vitamine D en omega-3 vetzuren in de voeding zit. De grote vraag is dus: Waarom komen we vitamine D en omega-3 vetzuren tekort in onze samenstellingen?

Het zou ontzettend tof zijn geweest als daar een wetenschappelijk onderzoek over was, maar dat heb ik helaas niet kunnen vinden. Met de kennis en middelen die ik heb, heb ik wel een paar interessante puntjes gevonden.

Vitamine D, waar zit het in?

Vitamine D wordt opgeslagen in vetweefsel en organen zoals de lever. Ik vond het dan ook grappig om te zien dat vlees met vel (kip en kalkoen) wel twee keer zoveel vitamine D bevatte als zonder vel. Het vel is vrij vet ook natuurlijk. Ook heb ik gekeken naar het vitamine D gehalte in lever, maar dit verschilt nogal per diersoort. Kippenlever hoef je bijvoorbeeld echt niet voor de vitamine D te gebruiken, runderlever heeft dan meer nut. Ook rundernieren bevatten iets aan vitamine D.

Waarom komt het in de verse maaltijd dan vaak tekort?

De eerste mogelijke reden is omdat het vel niet standaard een onderdeel is van de verse maaltijd. Er zit kennelijk een behoorlijk verschil tussen vlees met vel en zonder vel.

Daarnaast is het zo dat een heel aantal dieren door middel van zonlicht aan hun vitamine D behoefte kunnen voldoen. Zo’n wild prooidiertje ziet over het algemeen genoeg zon, bij de dieren waarvan wij het vlees kunnen kopen helaas niet altijd. Mogelijk wordt dit dan opgevangen door de vitamine D in de voeding, maar wellicht is de hoeveelheid opgeslagen vitamine D dus wat minder.

Hoe kunnen we zorgen dat onze katten voldoende vitamine D binnenkrijgen?

In tegenstelling tot veel andere dieren, is het voor katten niet mogelijk om vitamine D aan te maken met behulp van zonlicht. Ze zijn dus afhankelijk van de vitamine D die zij via de voeding naar binnen krijgen. (Zie bijvoorbeeld: Nutrient requirements of dogs and cats – NRC, blz. 201)

Een veelgebruikte manier om te zorgen voor voldoende vitamine D in de voeding is door eens per week vis te geven. Vis bevat namelijk een behoorlijke hoeveelheid aan vitamine D waardoor eens per week vis, vaak al meer dan genoeg is.

Vitamine D is een vetoplosbare vitamine, wat betekent dat het wordt opgeslagen. Je kat hoeft deze vitamine dus niet per se elke dag voldoende binnen te krijgen, zolang het totaal natuurlijk wel voldoende is. Dit betekent ook dat je niet té veel vitamine D wilt hebben, die overschotten worden immers allemaal in dat lijfje opgeslagen.

Dan is de vraag natuurlijk of je per se vis nodig hebt om aan voldoende vitamine D te komen.

Gelukkig niet! Sowieso kun je er natuurlijk voor kiezen om vitamine D bij te supplementeren. Daarnaast hebben katten ook helemaal niet zoveel vitamine D nodig.

Volgens het NRC heeft een kat van 4 kg 0,43 microgram vitamine D nodig per dag. En ik ben dus aan het rekenen gegaan en heb een voorbeeld voor je gemaakt:

Vitamine D per dag

Het was even een puzzel om een samenstelling te vinden waar je iets mee kunt. Met wat supplementen is de bovenstaande samenstelling goed compleet te krijgen en je ziet dat de hoeveelheid vitamine D heel dicht in de buurt komt van wat een kat van 4 kg per dag nodig heeft. Deze hoeveelheid aan vitamine D is voldoende om dit zo regelmatig te gebruiken naar mijn idee, mits je het combineert met een samenstelling met een gelijke hoeveelheid of nog net wat meer vitamine D.

Dus er zijn zeker mogelijkheden om het zonder vis te doen. Het is even wat meer zoek en puzzelwerk. Maar voor katten die geen vis lusten of allergisch zijn, is dat misschien wel de moeite waard!



Plaats een reactie