Wanneer er over blaasgruis gesproken wordt, gaat het vaak over blaasgruis in de vorm van struviet. Echter is struviet zeker niet het enige type blaasgruis dat bij katten voorkomt. Ook calciumoxalaatstenen zie ik niet zelden voorbij komen. Net als bij struviet, kunnen we op het gebied van voeding veel doen. Een groot verschil is wel dat je calciumoxalaat stenen niet op kunt lossen met voeding. Wanneer er eenmaal calciumoxalaatstenen in de blaas gevormd zijn, zullen deze operatief moeten worden verwijderd. Echter is voeding wel essentieel om terugkeer te voorkomen. Dus laten we kijken naar welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van dit type gruis en hoe je daar preventief iets mee kunt doen.
pH-waarde
De pH-waarde van de urine speelt een rol bij het ontwikkelen van caliumoxalaatstenen. Met een (te) zure urine, loop je namelijk een verhoogd risico. Er is een onderzoek geweest waarin naar voren kwam dat voeding die de zuurgraad van de urine verlagen tot aan een pH-waarde tussen de 6 en 6,2 zo’n drie keer zoveel risico geven op calciumoxalaat dan voeding die zich richt op een pH-waarde van 6,5 en 6,9 *. Toegegeven, lager dan 6,2 is ook wel erg laag. Gelukkig zie je niet veel voedingen (meer) die op zulke zure urine aansturen. Maar:
Voeding die erop gericht is struviet te verhelpen, verzuurt. Wanneer er te scherp wordt ingestuurd of te langdurig, loop je een risico om een te zure urine te krijgen en dus een verhoogd risico op calciumoxalaat. Merk je dat de urine van jouw kat wel erg zuur is of heeft jouw kat calciumoxalaatstenen gehad? Dan is het in de eerste plaats zinvol om te kijken of de voeding die hij/zij krijgt verzurende middelen bevat.
De zuurgraad van de urine moet dus niet te zuur zijn. Tegelijkertijd wil je de urine ook niet te alkalisch maken omdat je dan qua struviet weer een verhoogd risico loopt. Alleen een juiste pH-waarde is niet altijd voldoende om calciumoxalaat te voorkomen. Dus laten we kijken wat we nog meer kunnen doen.
Calcium
Calciumoxalaatkristallen bestaan voor een deel uit calcium, het is daarom aan te raden grote hoeveelheden aan calcium te vermijden. Geef voldoende calcium, maar zeker niet te veel. Heeft je kat eerder calciumoxalaatstenen gehad, kijk dan naar hoeveel calcium je kat per dag binnen kreeg en schroef dat in ieder geval naar beneden.
Wanneer je zelf samenstelt is het aan te raden om te kiezen voor een calcium supplement (eierschaalpoeder) met een bekende hoeveelheid calcium in plaats van vleesbot. Op die manier kun je nauwkeuriger afstemmen.
Oxaalzuur
Wanneer je kat nog nooit eerder calciumoxalaatstenen heeft gehad, is oxaalzuur niet iets om je direct zorgen over te maken. Wanneer je de zuurgraad van de urine en de hoeveelheid calcium in de voeding in de gaten houdt dan is dat al heel erg prima. Maar wat als jouw kat wel eerder calciumoxalaatstenen heeft gehad? In dat geval kan het zinvol zijn om voeding die veel oxaalzuur bevat te mijden.
Oxaalzuur vind je terug in verschillende soorten voeding. Bijvoorbeeld voeding die veel glycerine bevat zoals bindweefsel (pens) kippenvlees en zalm. Ook zijn er plantaardige ingrediënten die oxaalzuur bevatten, zoals spinazie, biet en sommige kruiden. Met granen, rijst en soja wil je ook oppassen, maar die ingrediënten kun je sowieso beter vermijden.
Vocht, vocht, vocht
Tja, ik blijf het toch herhalen, want het is echt ontzettend belangrijk: veel vocht! Een vochtige voeding is voor katten essentieel! Voor hun gewicht, nieren, blaas… En het is zeker ook belangrijk waar het gaat over blaasgruis. Ook calciumoxalaat begint niet gelijk als een grote on-uitplasbare steen. Het begint als een klein kristalletje die met genoeg vocht misschien gewoon mee uit geplast kan worden!
Hulp nodig?
Heeft jouw kat calciumoxalaatstenen gehad en vraag je je af of de voeding die je nu geeft passend is? Je bent van harte welkom op mijn spreekuur. Ook kun je hier direct een persoonlijk voedingsadvies aanvragen.
*Grauer – Feline Struvite & Calcium Oxalate Urolithiasis. 2015

Plaats een reactie