Logo van Davids Voerbak

Voedingsadvies voor katten die wat te zeggen hebben!

Vers vlees, is het compleet?

Published by

on

Hoewel ik een groot voorstander ben van vers vlees, is het belangrijk om je af te vragen of de voeding wel compleet is. Commerciële voeding wordt vaak kunstmatig volgestopt met allerlei vitamines en mineralen om het voer “compleet” te krijgen (verrassing, dat is het dus lang niet altijd en te veel is ook lang niet altijd wenselijk…). Bij vers vlees is dat niet het geval. Tekorten bij de verse voeding is dan ook één van de zorgen van veel dierenartsen. En dat is niet geheel onterecht. Vers vlees heeft veel voordelen, maar dan moet het wel compleet zijn. Helaas gebeurt het dat mensen met de beste bedoelingen hun kat vers vlees gaan geven en dat de voeding alles behalve compleet blijkt te zijn.

In dit artikel gaat het om het zelf samenstellen, niet om het kant-en-klaar vers vlees.

Welk voer je ook geeft, je wilt genoeg vitamines en mineralen (en vetzuren en aminozuren) in de voeding hebben. En dat is zeker mogelijk! Houdt bovendien in gedachte dat er bij vers vlees veel minder verlies van voedingswaarde is en dat je kat de stoffen veel beter op kan nemen dan voedingsmiddelen die sterk bewerkt zijn. Er zijn echter wel een paar dingen waar je op moet letten. Naast dat een juiste samenstelling belangrijk is, zijn er ook wat vitamines en mineralen waar we extra aandacht aan moeten geven.

Het gaat me niet lukken om elke vitamine en elke mineraal te bespreken, maar ik zal er een paar uitlichten.

Vitamine A (retinol): dit is veel in lever te vinden. Lever is dan ook een essentieel onderdeel van de voeding. Als dat niet mogelijk is moet dit gesupplementeerd worden. Orgaanvlees, dus ook lever, wordt niet altijd heel lekker gevonden door katten. Maar het is zeker de moeite waard om het te proberen, zeker aangezien lever vrij makkelijk te verkrijgen is. Je kunt proberen het in kleine stukjes te snijden en door de rest van het voer heen te mengen. Ook kan je er een beetje gekookt water overheen doen om het ietsjes aantrekkelijker te maken.

Taurine: Taurine is een aminozuur en geen mineraal of vitamine, maar voor de kat mag deze echt niet ontbreken. Taurine is voor katten écht essentieel. Dit aminozuur is in grotere mate in hart te vinden. En je hebt ook best veel hart nodig om aan de behoefte van je kat te voldoen. Hart wordt over het algemeen vrij makkelijk gegeten. Ook zou je een taurine supplement kunnen gebruiken.

Calcium: Calcium wil je genoeg, maar zeker ook niet te veel in de voeding hebben. Van te veel calcium kan de ontlasting bijvoorbeeld erg hard worden. Dat is erg onprettig voor je kat maar kan uiteindelijk ook tot verstoppingen leiden. In de verse maaltijd wordt vleesbot of een supplement gebruikt om de voeding aan de calciumbehoefte te laten voldoen. Wanneer je gebruik maakt van een supplement (zoals beendermeel of eierschalenpoeder) waar de calciumwaarde van bekend is kun je dit heel eenvoudig uitrekenen. Met vleesbot is dat iets lastiger. Het kan lastig zijn te achterhalen wat de gemiddelde calciumwaarde is van een bepaald soort vleesbot. Daarnaast is er onderling natuurlijk ook nog verschil. De ene kippennek is de andere niet. De voedingswaarde is ook afhankelijk van wat het dier qua voeding en bewegingsruimte heeft gehad. Persoonlijk adviseer ik om 5-7, hooguit 8% aan kaal bot te geven. (Je geeft de botten niet kaal natuurlijk, maar het gaat om het berekende bot-deel.)

Jodium: Met jodium komt het vrij specifiek. Zowel een tekort als een te veel kan vervelende gevolgen hebben. In vlees zelf zit praktisch geen jodium. Hooguit een beetje wanneer je nek geeft, maar ook dat zou eigenlijk niet moeten aangezien de schildklier verwijderd zou moeten zijn. Ik zou dus adviseren om dit te supplementeren. Zeealgenpoeder is daar een hele fijne voor. Het is belangrijk dat het jodiumgehalte bekent is zodat je zelf kunt nagaan hoeveel jou kat nodig heeft. Vaak wordt er op het potje wel een aanbeveling gedaan, maar ik zou het zeker zelf even nagaan.

Vitamine D: Kunnen katten vitamine D aanmaken met behulp van zonlicht? Wij mensen kunnen dat, cavia’s kunnen dat, maar helaas kan dat niet zo stellig over katten worden gezegd. Behalve dat dit erg onduidelijk is, zijn er ook veel binnenkatten. Als je het aan mij vraagt is het dus belangrijk dat je kat vitamine D via voeding naar binnen krijgt. Vitamine D is vooral in vis te vinden. Vis behoort niet tot het natuurlijke dieet van de kat, maar het kan wel veel voordelen hebben dit bijvoorbeeld eens per week te geven. Mocht je geen vis willen of kunnen geven, dan is het raadzaam om dit te supplementeren.

Zo zijn er nog wel een paar vitamines en mineralen zoals bepaalde B-vitamines, ijzer en zink. En ook denk ik aan omega-3. Een heleboel wordt al gedekt wanneer je een juiste samenstelling kiest van spiervlees, organen, vleesbot en ballaststof. Voor sommige vitamines of mineralen moeten we de boel een beetje helpen. Niet zo wonderlijk, want het vlees dat we nu hebben is nu eenmaal niet zo geweldig als bijvoorbeeld een wild muisje. Maar verse voeding kan dus zeker “compleet” zijn!

Wil je weten of de voeding die jij je kat geeft “compleet” is? Dan is de Voercheck misschien iets voor jou. Mail me voor meer informatie (davidsvoerbak@gmail.com).

Plaats een reactie