Van nature eet de kat kleine prooidieren zoals bijvoorbeeld een muisje. Een muisje bestaat voor een deel uit vacht. Hoewel de vacht qua voedingswaarde niet zoveel doet is het wel een belangrijk deel van de voeding. Het zorgt er onder andere voor dat de ontlasting wat meer volume krijgt, dat is belangrijk voor een goede darmwerking en helpt eraan mee dat de anaalklieren goed gemasseerd worden. Een te dunne of een te kleine ontlasting kan ervoor zorgen dat de anaalklieren niet genoeg gemasseerd worden, waardoor ze verstopt en ontstoken raken. Dus ook wanneer je zelf samenstelt voor je kat wil je er zeker van zijn dat er genoeg ballaststoffen in de voeding terug te vinden zijn.

De meest “natuurlijke” vorm van een ballaststof zou vacht of veren zijn. Dat kan ook door regelmatig hele prooidieren te geven. Echter kan ik me voorstellen dat je dat niet direct ziet zitten. Bovendien zijn er veel katten die het simpelweg niet eten. Mijn David bijvoorbeeld, die gaat er vooral mee spelen, maar het opeten… nee. Ook zie ik regelmatig dat vooral oudere katten echt dagelijks die ballaststof nodig hebben om de ontlasting mooi soepel te houden. Eens per week een prooidier zal voor een heel aantal katten dus niet volstaan.

Gelukkig kunnen we de ballaststof ook geven in een andere vorm. Hoewel katten in principe natuurlijk geen of amper plantaardig materiaal eten, is dat voor een ballaststof een prima optie. Bij ballaststoffen is het namelijk de bedoeling dat het niet of nauwelijks wordt opgenomen, het moet immers voor volume zorgen.

Wat zou je dan kunnen gebruiken?

Helemaal bovenaan mijn lijstje staat vlozaadvezel. Deze laat je even in water wellen en dan kan je het toevoegen aan de maaltijd. Meestal zet ik het de avond van te voren al in de koelkast klaar. Vlozaadvezel heeft amper smaak, de meeste katten eten dit dan ook zonder probleem op, zeker als je het een beetje door het vlees mengt.

Ook gebruik ik weleens wortel. Die kook ik en vervolgens maak ik er een soort puree van. Met wortel vind ik het fijner om dat gelijk voor een langere periode te doen, bijvoorbeeld voor tien dagen. Het totaal verdeel ik dan in een ijsblokjesvorm in dag porties of ik doe het gelijk in de bakjes met vlees. Als ik dan toch bezig ben, neem ik ook gelijk de supplementen mee. Het is immers veel praktischer om deze voor tien dagen af te wegen dan dat je dat elke dag opnieuw moet doen. Dit meng ik door de wortelpuree en wordt samen met die wortelpuree dus netjes in dag porties verdeeld. Let op: wortel heeft een licht stoppende werking en is dus niet voor elke kat een passende optie.

Andere groenten die je goed kunt gebruiken zijn pompoen en courgette. Het is sterk aan te raden om de groente die je gebruikt eerst te koken of te pureren. Bedenk dat katten er niet op zijn gemaakt om plantaardig materiaal te kunnen verwerken. Door de groente licht te bewerken kunnen we ze een beetje helpen. Wanneer je dit niet doet bestaat er een aanzienlijke kans dat je kat er behoorlijk last van gaat krijgen, met name in de maag of darmen.

Ook zijn er enkele kruiden die je kunt gebruiken. Weegbree en paardenbloem zijn kruiden die hier eventueel geschikt voor kunnen zijn. Deze kruiden helpen daarnaast ook bij een goede spijsvertering. In dit artikel lees je meer over het gebruik van deze kruiden.

Hoeveel?

Je kunt voor de hoeveelheid ballaststof uitgaan van 5% van het totaal aan voer. Kijk altijd naar de ontlasting van je kat om te checken of dit voor jou kat een goede hoeveelheid is. Is het te weinig? Kijk dan hoe het gaat met 6 of 7%, maar ga niet ineens twee keer zoveel geven. Sowieso is het raadzaam de hoeveelheid aan ballaststoffen beperkt te houden.

Ook belangrijk: de vlozaadvezel weeg ik nadat het al geweld is, dus de pudding/gel die je krijgt, dat is de 5% die je afweegt. Met de wortelpuree ook, die weeg je pas nadat je het bereid hebt.

Hieronder vind je een video (inmiddels een beetje oud) van hoe ik de wortelpuree maak en ook laat ik je zien hoe je de vlozaadvezel kunt gebruiken.