Je staat in de winkel of zoekt op internet, je wilt natuurlijk een goede voeding kiezen. Maar hoe doe je dat? In dit artikel hoop ik je een paar handvaten te kunnen aanreiken die je zullen helpen bij het maken van een keuze.

Wat een kat van nature?

Wat eten katten in het wild? Het eerste waar je nu waarschijnlijk aan denkt is een muis. Een muis bestaat uit vlees, botten, organen, een vacht… Waar je in de eerste plaats naar kunt kijken is in hoeverre de samenstelling, de ingrediënten van het natvoer hier op lijkt.

1: Bestaat bijna het hele voer uit dierlijk materiaal? Er zijn een behoorlijk aantal merken op de markt die nog niet eens voor de helft uit dierlijk materiaal bestaan, terwijl katten dus in feite pure vleeseters zijn. Gelukkig zijn er ook heel wat merken die wel voor een grootdeel uit dierlijk materiaal bestaan.

2: Wat voor dierlijk materiaal zit er dan precies in? Is echt vlees of vooral veel “bijproducten”? Zit er ook bot en organen bij? Als het er niet duidelijk bij staat, zal het wel niet veel goeds zijn, denk ik dan. Waar je op wilt letten is dat het in ieder geval lever en hart bevat, lever zit vol vitamines die onze katjes heel hard nodig hebben. Hart is met name belangrijk voor taurine, voor katten is het essentieel dat ze hier genoeg van binnen krijgen omdat ze dit niet zelf aan kunnen maken. Mocht dit niet in de voeding zitten, is het er misschien kunstmatig aan toegevoegd (beter als niets), maar ik zou er toch de voorkeur aan geven als er gewoon hart en lever in zin. Ook bot (bijvoorbeeld nek of karkas) is essentieel, onder andere voor de calcium.

3. Ballaststoffen. In natvoer vind je vaak geen vachtje terug, maar ook deze heeft wel degelijk een functie. De vacht van de muis die je kat zou eten, die verteerd niet. Het gaat zo door het hele spijsverteringskanaal heen. Voedingswaarde heeft het niet, maar voor de darmen is dat beetje extra volume wel gunstig. Ook is dit belangrijk voor de anaalklieren, door dat extra volume worden de anaalklieren genoeg gemasseerd om zichzelf te legen. Wanneer er ballaststoffen in de voeding ontbreken kunnen ze verstopt raken. Vaak wordt het “vachtje” vervangen door plantaardig materiaal. In dit geval maakt het ook niet zoveel uit of het van een dier of een plant is, het is immers de bedoeling dat het niet verteerd wordt. Hier kan bijvoorbeeld wortel of vlozaadvezel voor gebruikt worden.

Is dat niet wat te simpel gedacht?

Kortgezegd: ja. Echter denk ik dat het grootste probleem is dat er vaak te moeilijk wordt gedacht. Op veel verpakkingen zien we allerlei ingewikkelde woorden staan waar we niets van begrijpen. Helaas voelen veel mensen zich hierdoor gedwongen om zich er maar bij neer te leggen. Door simpelweg te kijken naar wat een kat van nature eet weten we al zoveel. Bovendien, wij kunnen voor onszelf toch ook een gezonde maaltijd maken zonder daar voor geleerd te hebben?

Door uit te gaan van die muis hebben we echt al een hele goede basis. Maar het is inderdaad iets gecompliceerder dan dat. Het vlees dat in de voeding zit is nu eenmaal niet hetzelfde als van een wilde muis, hierdoor missen we het een en ander. Dit moet natuurlijk goed opgevuld worden. Hoe je erachter komt of de fabrikant van de voeding dat heeft gedaan is een stukje ingewikkelder en is ook afhankelijk van in hoeverre de fabrikant bereid is om informatie te geven.

Ik hoop dat dit artikel je in ieder geval een basis heeft gegeven voor wanneer je voeding met elkaar vergelijkt en dat het je helpt om een keuze te kunnen maken. Als je graag wil dat ik even meekijk, laat het me dan gerust weten (door te mailen naar davidsvoerbak@gmail.com).